Stichting Instituut Ter Bevordering Van De Surinamistiek
Persbericht Surinamistiekprijs 2005 26-11-05
Persbericht benoeming bijzonder hoogleraar West-Indische letteren 15-06-2006
Verklaring deelnemers IBS colloquium naar aanleiding van uitspraken Minister-President inzake VOC 28-10-06
BSS 28
BSS
Bronnen voor de Studie van Suriname
Albert Helman Adyosi/Afscheid
BSS
Bronnen voor de Studie van Suriname
![]() Prijs: € 11,30 |
Albert Helman Adyosi/AfscheidDe gebundelde Suriname-poëzie van Albert Helman In zijn 91ste levensjaar kijkt Albert Helman om en overziet een groot oeuvre van romans, verhalen en essays. Tussen die tientallen boeken heeft de Surinaamse duizendpoot echter ook altijd poëzie geschreven. Dat werk – in het Sranantongo en het Nederlands – verscheen verspreid in kranten en tijdschriften en het meeste ervan hield de dichter in portefeuille. In zijn Verzamelde gedichten liet hij bijna alle gedichten weg die op Suriname betrekking hadden. Al die niet eerder gebundelde poëzie is nu verschenen in een bijna 200 pagina’s tellende bundel. |
BSS 27
BSS
Bronnen voor de Studie van Suriname
![]() BSS 27 ISBN: 978 90 5170 923 0 uitverkocht
|
Yvon van der Pijl Levende-doden. Afrikaans-Surinaamse percepties, praktijken en rituelen rondom dood en rouw Utrecht/Amsterdam 2007.Doodsrituelen hebben altijd tot de verbeelding gesproken van een bont gezelschap zendelingen, missionarissen, avonturiers, ambtenaren en antropologen, dat voet zette op Surinaamse bodem. Vooral het sterven en begraven van de Afrikaans-Surinaamse slaven en hun nazaten, de Creolen en Marrons, kenden een grote belangstelling. Lange tijd riepen de ‘zeeden en gewoonten’ van de ‘heidensche Afrikaan’ nogal wat weerstand op. Langzamerhand heeft de afkeer plaats gemaakt voor een zekere verheerlijking van de ‘traditionele’ doodscultuur met zijn prachtig uitgebreide en betekenisvolle ritus. Een dergelijke folkloristische zienswijze voedt evenwel de vermeende tegenstelling tussen gewone, oppervlakkige, seculiere doodscultuur in westerse samenlevingen en complexe, diepgaande, sacrale doodsrituelen elders.‘Levende-doden’ tracht deze tweespalt te overstijgen door een geïntegreerde benadering van dood en rouw te presenteren, waarin aandacht is voor zowel ‘gewone’ (goede, natuurlijke) als ‘ongewone’ (slechte, tragische, bovennatuurlijke) dood en een scala aan doodsattitudes. De leidende gedachte daarbij is dat stervenden en nabestaanden altijd te maken hebben met conflicterende eisen, verwachtingen en verlangens, die geassocieerd kunnen worden met enerzijds conventionele autoriteitsclaims en anderzijds posttraditionele, individuele aspiraties. De levende-dode vormt hierbinnen het tweede leidmotief. Dood betekent niet noodzakelijkerwijs het definitieve einde van leven, maar eerder een continuering van leven in een andere vorm. De doden zijn niet dood, wordt wel gezegd, zij zijn levende-doden die kunnen interfereren in het dagelijks leven van nabestaanden – als spirituele entiteiten (‘geesten’) of als een voortdurende herinnering. Overledenen moeten daarom met grote zorg en respect behandeld worden.Rituelen rondom dood, begraven en rouw vormen binnen de Afrikaans-Surinaamse leefwereld de belangrijkste rites de passage. Een groot deel van het boek richt zich daarom op de etnografische beschrijving en interpretatie van het rituele proces dat start aan het sterfbed of zelfs vóórdat het ‘finale’ doodsuur geslagen heeft. De studie leunt hierbij op klassieke antropologische benaderingen van overgangsrituelen, maar doet dit niet zonder hedendaagse ontwikkelingen, zoals de medicalisering, privatisering en commercialisering van de dood, in de analyse te betrekken. In Suriname vindt immers, net als in andere samenlevingen, een zekere verdringing van de dood plaats, waardoor de behoefte aan alle pranpran (rituele ophef) tanende is. Tegelijkertijd is onder invloed van Creools nationalisme, groeiend zwart bewustzijn, roots-zoektochten en heimweetoerisme van blaka bakra (Creoolse Nederlanders) een zekere retraditionalisering van bepaalde praktijken waar te nemen.‘Levende-doden’ voorziet in een duiding van deze paradoxale ontwikkelingen en presenteert, vanuit historisch perspectief, de hedendaagse Afrikaans-Surinaamse doodscultuur als een hybride viering, waarin (herontdekte) tradities uit verschillende religieusspirituele oriëntaties, moderne, gemondialiseerde cultuurelementen en verscheidende vormen van conspicuous consumption verweven zijn. |
BSS 26
BSS
Bronnen voor de Studie van Suriname
![]() BSS 26 ISBN-10: 90 5170 621 9 ISBN-13: 978 90 5170 621 5 uitverkocht |
Karin Boven Overleven in een grensgebied. Veranderingsprocessen bij de Wayana in Suriname en Frans-Guyana Utrecht/Amsterdam 2006.De Wayana, die behoren tot de grote groep van Caraïbisch sprekende volken, leven verspreid over drie landen: Brazilië, Frans-Guyana en Suriname. In hun levenswijze verschillen de Wayana niet veel van andere Inheemse volken in het Amazonebekken. En evenals elders in de Amazoneregio staan de grenzen van hun fysieke en sociale wereld onder druk. Het Wayana leefgebied is rijk aan delfstoffen. Er wordt gezocht naar goud en exotische dieren; eco-toerisme is in opkomst. In het voorheen rustige leefgebied wemelt het ondertussen van de bezoekers, migranten en activiteiten. Dat is met name het geval aan de Lawa, de grensrivier tussen Suriname en Frans-Guyana.De Wayanagroep probeert binnen de veranderende omstandigheden te overleven. Net zoals zij dat in het verleden gedaan hebben. Zij zijn in die processen geenszins passieve slachtoffers, zoals vaak is verondersteld. Hedendaagse antropologische studies van het Amazonegebied geven aan dat Inheemse samenlevingen niet alleen bepaald zijn door de natuurlijke omgeving waarin zij leven, maar vooral ook door regionale en historische dynamiek, sociale interactie en door politieke besluitvormingsprocessen. Dat dit ook geldt voor de Wayana is één van de hoofdthema’s van dit boek.Contact tussen verschillende culturen is niet altijd goedaardig of gunstig, het kan zelfs vernietigend zijn, zo leert de geschiedenis. Dat weten de Wayana; zij zijn door ervaring wijs geworden. Toch zullen ook de hedendaagse Wayana contacten met anderen, vernieuwing en verandering blijven zoeken. In de overtuiging dat vermenging met andere volken en de contacten met nationale, regionale of internationale belangengroepen hen – net als in het verleden – in staat zullen stellen allianties te smeden en kennis en vaardigheden te vergaren waarmee zij hun toekomst, als individu en als groep, kunnen veiligstellen. |
BSS 25
BSS
Bronnen voor de Studie van Suriname
![]() BSS 25 ISBN 90-5170-822-X Prijs: € 29,90 |
Okke ten Hove, Wim Hoogbergen & Heinrich E. Helstone Surinaamse emancipatie 1863, Paramaribo: Slaven en eigenaren. Utrecht/Amsterdam 2004.In de serie Surinaamse emancipatie 1863 gaat dit deel over de afschaffing van de slavernij in Paramaribo. De klassieke werken over Suriname behandelen voornamelijk de slavernij op de plantages. Op plantages woonden weinig vrijen en veel slaven. In Paramaribo was de situatie compleet anders. De meerderheid van de inwoners van de stad was op het eind van de slavernijperiode geen slaaf (meer). Op 31 december 1862 telde Paramaribo ongeveer 19.000 inwoners. De overgrote meerderheid was vrij en gekleurd, wat wil zeggen dat deze inwoners wel ‘roots’ in de slavernij hadden, maar dat zelf in 1863 niet meer waren. Dit boek geeft allereerst een zeer lezenswaardige inleiding over slaven en vrijen in de stad Paramaribo en wat er precies gebeurde bij de afschaffing van de slavernij. Dat proces begon in november 1862 en vond zijn bekroning in de dag der Emancipatie: 1 juli 1863. De auteurs gaan uitgebreid in op zowel de slaven als hun eigenaars en de doorbreking van de kleurlijn in Paramaribo. Het boek bevat gegevens van alle 4.320 geëmancipeerden uit Paramaribo die in 1863 in de Emancipatieregisters werden ingeschreven. Zij zijn alfabetisch geordend op familienaam. Ook hun voornamen en de slavennaam zijn te vinden. Verder zijn gegevens opgenomen over de leeftijd, de religie, het beroep en hun familiebetrekkingen. Om slaven te mogen bezitten moest een persoon vrij zijn. De ‘kleur’ deed er niet toe. In Paramaribo woonden in 1863 dan ook veel ‘gekleurde’ eigenaars van slaven. In dit boek staan alle particuliere eigenaars van Surinaamse slaven vermeld. De meeste particuliere eigenaars bezaten maar weinig slaven. De helft had minder dan vier slaven. Over die eigenaars geeft het boek de nodige informatie: waar zij woonden, wat hun etniciteit was en welk bedrag zij kregen bij de Emancipatie der slaven. De ‘Wet op de Opheffing van de Slavernij’ van 8 augustus 1862 bepaalde namelijk dat de slaveneigenaren een vergoeding kregen van Nf 300 per geëmancipeerde slaaf. |
BSS 24
BSS
Bronnen voor de Studie van Suriname
![]() BSS 24 ISBN 90-5170-777-0 uitverkocht |
Okke ten Hove, Heinrich E. Helstone & Wim Hoogbergen Surinaamse emancipatie 1863: Familienamen en plantages. Utrecht/Amsterdam 2003.Emancipatieserie Suriname 1863Nazaten van slaven kunnen zich er nog steeds hevig over opwinden. Bij de afschaffing van de slavernij in de Nederlandse koloniën op 1 juli 1863 kregen niet zij ‘als slachtoffers van het systeem’ maar hun eigenaren een schadevergoeding van de Nederlandse overheid: f 300,- per vrijgemaakte slaaf, een begrotingspost van zo’n tien miljoen gulden. De Algemene Rekenkamer in Nederland heeft die uitgavenpost indertijd nauwgezet gecontroleerd en daardoor kwamen er veel gegevens over de Surinaamse slaven en hun eigenaren in het Archief van de Algemene Rekenkamer terecht.Dit boek is het eerste uit een serie waarin de persoonlijke gegevens zijn opgenomen van alle 34.443 slaven die kort na 1 juli 1863 in Suriname in de zogenoemde Emancipatieregisters werden ingeschreven. Daarin zijn vrijwel alle voormalige Surinaamse slaven te vinden. De auteurs hebben deze gegevens gecombineerd met data uit het Archief van de Algemene Rekenkamer waardoor een unieke serie is ontstaan over de Surinaamse slaven én hun eigenaars. In dit eerste deel van de ‘Emancipatieserie Suriname 1863’ zijn alle familienamen te vinden die in 1863 aan Surinaamse slaven zijn gegeven. 4.320 Slaven woonden in Paramaribo en 30.121 slaven waren werkzaam op plantages. Via een handige index is te achterhalen of de slaven in Paramaribo woonden en als het om plantages gaat, op welke plantage. Van elke plantage is een korte beschrijving van de ligging opgenomen en tevens staan in dit boek de belangrijkste eigenaren vermeld. |